De dagen van omstreeks 20 juli tot rond 20 augustus worden de Hondsdagen genoemd. In deze periode komt de heldere ster Sirius in het sterrenbeeld De Grote Hond gelijk met de zon op. Sirius, die op een afstand van 8 lichtjaar van de aarde staat, is dan dus niet zichtbaar. De tijd van de Hondsdagen is de warmste van het jaar. Onweersbuien met veel regen in korte tijd zijn karakteristiek voor deze periode.
Voor onze voorouders. die nog niet over koelkasten beschikten, was dat de tijd waarin levensmiddelen en vooral melk snel bedierven. In verschillende landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de Hondsdagen te muilkorven uit vrees voor hondsdolheid. Maar de Hondsdagen hebben verder niets te maken met honden, al kan het tijdens onweer ‘hondenweer’ zijn. Het woord ‘honde(n)weer’, dat er volgens de nieuwe spelling een ‘n’ heeft bijgekregen, is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ‘ondewee’ dat slecht weer betekent.