De winter in haar geheel was vrij zacht met in Vlissingen een gemiddelde temperatuur van 4.7 graden tegen 4.4 graden normaal. In Westdorpe was het etmaalgemiddelde 4.2 graden.
Het zachte karakter kwam voor rekening van december en januari. December was bijna een graad zachter dan normaal. In het overgrote deel van Zeeland kwam maar één vorstdag voor (2 december). Januari was ruim twee graden warmer dan normaal. Vrijwel heel Zeeland bleef vorstvrij. Februari was droog en koud en uitzonderlijk zonnig. In Vlissingen was het met 185.7 uren zon tegen 89.2 uren normaal veruit de zonnigste sprokkelmaand sinds het begin van de metingen in 1907.

Het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0.0 graden) liep uiteen van 12 in Vlissingen tot 25 in Westdorpe.
Het aantal ijsdagen (maximumtemperatuur lager dan 0.0 graden) was 2 in Westdorpe (2 december en 28 februari) en zeer opvallend 3 in Vlissingen (26 t/m 28 februari)
De hoogste temperatuur werd op 24 januari in Westdorpe gemeten: 14.4 graden.
De laagste temperatuur was -8.1 graden op 28 februari in Westdorpe.

De zon scheen in Vlissingen 285.2 uren tegen 210.6 uren normaal. Westdorpe meldde 253.2 uren zon. Het grote aantal uren zon is in zijn geheel toe te schrijven aan de maand februari, januari en december waren somber.
Op de luchthaven van Maastricht werd het minste aantal zonneschijn geregistreerd: 219 uren.

Gemiddeld over Zeeland viel 260.2 mm tegen 200.6 mm normaal. December en januari waren nat, februari vrij droog.