Ongekende hitte in de polder

In Vlissingen wordt sinds 1855 de temperatuur gemeten, de maximumtemperaturen zijn beschikbaar vanaf 1901. Na de Tweede Wereldoorlog is het waarnemingsnetwerk in Zeeland uitgebreid met klimatologische stations in Sint Jansteen (later Kapellebrug, nu Westdorpe), Wilhelminadorp, Sint Annaland (opgeheven) en Schoondijke (opgeheven). In Zierikzee zijn 28 jaar metingen verricht en in de periode 1960-1975 was nog een aantal z.g. Delta-stations actief. De gegevens van de klimatologische stations waren pas een week of drie na afloop van de maand beschikbaar. Tegenwoordig zijn de gegevens van de automatische stations in Vlissingen, Wilhelminadorp en Westdorpe iedere tien minuten te bekijken.

In juni 1947 werd in St. Jansteen ooit 36.6 graden gemeten, in augustus 1990 in Kapellebrug 37.0 graden. Op 19 juli 2006 werd het in Westdorpe 37.1 en op 27 juli 2018 38.1 graden.
Op 25 juli 2019 werd dit record verbrijzeld: het werd in Westdorpe 40.6 graden. In Gilze Rijen werd het nog een tiende graad warmer. Ook in Eindhoven (40.4), Hupsel (40.4), Wilhelminadorp (40.3 graden), Woensdrecht (40.2), Arcen (40.2) en Twenthe (40.2) kwam de temperatuur boven de magische grens van 40 graden. Vermeldenswaard is nog dat een station op het platteland ten noordoosten van Middelburg met betrouwbare opstelling en apparatuur 40.9 graden registreerde. En met de aflandige wind was het ook aan zee warm: Domburg meldde een maximum van 40.0, Sluis van 40.6 graden.