2020 was in Zeeland het warmste jaar sinds tenminste het begin van de waarnemingen in 1855. Weliswaar was afgerond de gemiddelde etmaaltemperatuur in Vlissingen met 12.4 graden gelijk aan het gemiddelde uit 2014, maar als we doorrekenen tot drie cijfers achter de komma, komt 2020 uit op 12.412 graden tegen 12.365 graden in 2014. Elders in Zeeland was het verschil groter: zo was de gemiddelde temperatuur in Westdorpe 12.1 graden tegen 11.8 graden in 2014.
Het langjarig gemiddelde, ook wel de normale temperatuur genoemd, is in Vlissingen over de periode 1981-2010 10.8 graden, over de nieuwe ‘normaalperiode’ 11.2 graden. Over de periode 1951-1980 bedroeg het jaargemiddelde nog 9.9 graden.

De hoogste temperatuur werd op 31 juli in Westdorpe gemeten: 36.7 graden.
De laagste temperaturen kwam in de lente, eind maart, voor: op 25 en 30 maart daalde de temperatuur in Westdorpe tot -2.2 graden. In Vlissingen heeft het sinds 1 februari 2019 niet meer gevroren.
Het aantal warme dagen (maximumtemperatuur 20.0 graden of meer) was 67 in Domburg, 92 in Vlissingen, 114 in Wilhelminadorp en 120 in Westdorpe.
Het aantal zomerse dagen (maximumtemperatuur 25.0 graden of meer) was 17 in Domburg, 23 in Vlissingen, 28 in Wilhelminadorp en 35 in Westdorpe.
Het aantal tropische dagen (maximumtemperatuur 30.0 graden of meer) was 8 in Domburg en Vlissingen, 10 in Wilhelminadorp en 12 in Westdorpe.
Het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0.0 graden)was 4 in Wilhelminadorp en 11 in Westdorpe. Domburg en Vlissingen bleven in 2020 vorstvrij.

De zon scheen in Vlissingen 2189.3 uur tegen 1733.1 uur normaal. Het was daarmee het zonnigste jaar sinds het begin van de metingen van de zonneschijnduur in 1907. Vooral de lente was uitzonderlijk zonnig. Oktober was daarentegen de somberste oktobermaand van deze eeuw.
Tot nu toe was 2003 het zonnigste jaar met 2177.2 uur zon.
Wilhelminadorp meldde 2137.8 en Westdorpe 2056.0 uren zonneschijn.

Gemiddeld over Zeeland is 859.8 mm neerslag gemeten tegen 827.2 mm normaal. De jaarsommen lopen uiteen van 703.6 mm in Krabbendijke tot 925.8 mm in Breskens.
Landelijk wat het het natst in Zoetermeer waar 1141.0 mm werd afgetapt. Kessel-Eik meldde met 583.4 mm de kleinste hoeveelheid.