Met in Vlissingen een gemiddelde temperatuur van 5.1 graden tegen 4.8 graden volgens het nieuwe langjarig gemiddelde (1991-2020) was de winter vrij zacht. Het was daarmee de achtste zachte winter op rij.
Ook in Wilhelminadorp en Westdorpe kwam het etmaalgemiddelde uit op 5.1 graden.
December was, op één vorstdag in Westdorpe na, vorstvrij. Januari leverde in Zeeland 1 tot 5 vorstdagen op. In Vlissingen daalde de temperatuur op 31 januari tot onder het vriespunt, de eerste vorstdag daar sinds 1 februari
2019. Februari telde negen vorstdagen (minimumtemperatuur <0.0 graden).
Tijdens de vorstperiode van 7 t/m 13 februari kwamen in Vlissingen 5, in Wilhelminadorp en Westdorpe 7 ijsdagen
(maximumtemperatuur <0.0 graden) voor.
Opmerkelijk was de voorjaarsachtige periode van 20 t/m 25 februari: op zes achtereenvolgende dagen kwam de temperatuur boven de 15 graden, in Vlissingen lukte dat maar op één dag.
De hoogste temperatuur werd deze winter gemeten op 24 februari in Westdorpe: 18.3 graden. Op 11 februari werd daar de laagste temperatuur geregistreerd: -9.1 graden.
Volgens de voorlopige gegevens viel gemiddeld over Zeeland 262 mm regen en sneeuw, daarmee was de winter natter dan normaal.
Met 256 uren zonneschijn was Vlissingen landelijk bekeken het zonnigst. In Wilhelminadorp scheen de zon 247, in Westdorpe 238 uren.